24 december 2020 Quilty pleasure en beren

Ik zie in ons huis graag alles netjes opgeruimd. Daarentegen is mijn kledingkast van kinds-af-aan altijd één puinhoop. Broeken liggen bij shirts en v.v., truien worden opgepropt weggestopt en pyama’s (waar ik er best een aantal van heb) liggen door de hele kast heen. Heb je een beeld?? 😉 Nu ik dit zo typ bedenk ik me dat ik één van mijn quilty pleasures de wereld in slinger maar ach… boeiûh.

Een “ongeveer” weergave van mijn kelerenberg!


Omdat ik op een gegeven moment toch de kleren door het bos niet meer zie gaat het mij rust geven wanneer mijn kledingkast weer geordend is. Een paar jaar geleden deed ik dat in mijn eentje maar nu lukt me dat niet meer, gewoonweg omdat ik de klus niet meer overzie. Dus de hulptroepen werden ingeroepen. Evelientje hield toezicht op de voortgang, Rumpel zat te klieren met mijn kleren en Berend Jan streek figuurlijk en letterlijk de boel weer glad. Na gedane zaken zag mijn kast er weer uit om door een ringetje te halen. Wat heerlijk om alles weer overzichtelijk te hebben. Mijzelf kennende zal dat niet zo blijven. Hetzij zo!

Met het opruimen van de kast kwam ik ook mijn berenkoffertje tegen. In dit koffertje bewaar ik gereedschap en materiaal wat nodig is om een teddy bear te maken. Jaren geleden heeft Marthe Scheffer (een oud collega) mij geleerd beren te maken. Ik had nooit gedacht dat ik daar geduld voor en aardigheid in zou hebben maar het tegendeel bleek waar!

                                                                            Professioneel hè!


Ineens kreeg ik weer heel veel zin om een beertje te maken. Het koffertje bekijkend had ik nog voldoende stof en diverse patronen. Ik miste nog schijven, oogjes, fiberfill (vulmiddel) en een fijn schaartje dat de “vacht” niet beschadigd bij het uitknippen van de onderdelen. Die missing pieces werden besteld en daarna kon ik aan de gang. Het was, na jaren geen beertje gemaakt te hebben, best een uitdaging.

Het maakproces in het kort: patroon overtekenen, uitknippen, onderdelen aan elkaar naaien, beertje “bouwen”, vullen, dichtnaaien, ogen positioneren, neus & mond borduren en klaar is Karlina. Het aanbrengen van “the facials” doe ik als laatste omdat het beertje dan pas voor mij tot leven mag komen en zijn/haar identiteit krijgt.

Over het eindresultaat ben ik zeer zelden tevreden. “Het neusje kan beter”, “het mondje zit scheef”, de oortjes zitten niet gelijk”, “de oogjes hadden beter vast moeten zitten”, “de naadjes hadden mooier genaaid kunnen worden”. Kortom ik zie en weet precies wat niet goed is. Daarom geef ik zelden een beertje weg. 2 beertjes heb ik wel weg kunnen geven.

NEULASTA: dit beertje heb ik speciaal gemaakt voor Ron Anker. De naam Neulasta is zorgvuldig en lekker cynisch door Ron zelf gekozen. Neulasta is de merknaam van het medicijn wat Ron kreeg tijdens zijn ziekteperiode. Het anker op de plek van het hart is mijn teken hoe Ron in mijn hart gekropen is. De reddingsboei is een teken van overleving. Neulasta heeft trouw op zijn nachtkastje(s) gezeten en heeft hem bij ziekenhuis opnames altijd vergezeld. Helaas is Ron overleden en hebben wij Neulasta weer in onze huiskamer zitten.

Neulasta: de reddingsboei heeft helaas niet mogen baten. Dit beertje herbergt mooie herinneringen.


BEERTJE BIENTJE: dit beertje heb ik gemaakt voor Alie. Zij heeft een speciale plek in mijn hart, vandaar het hartje in haar berenpootje. We hebben samen veel meegemaakt de afgelopen jaren en worstelen in het dagelijks leven beiden met restverschijnselen van nare zaken. Maar wat ben ik trots op haar hoe zij zich door het leven slaat. Ik weet zeker dat Beertje Bientje een goed thuis heeft bij Alie & Nico.

Beertje Bientje (Alie heeft haar deze naam gegeven) krijgt een mooi plekje in hun huiskamer


Op dit moment loop ik weer een revalidatietraject bij Merem en heb onder andere gesprekken met psychologe, Mirjam Louwaard. Daar kwam ter sprake dat wat ik doe altijd beter moet van mezelf (lees geen fouten mag maken) en gaf zingen en beren maken als voorbeeld. Bij het zingen van een solo weet ik precies welke paar noten niet goed klonken. Die maken de solo voor mij als niet geslaagd. Onlangs heb ik beer Olle gemaakt. Toen ik een foto van Olle liet zien reageerde ze zeer enthousiast en vroeg mij wat ik niet goed vond aan Olle. Dat kon ik natuurlijk haarfijn vertellen en dat ik met de gedachte speelde om zijn snoetje te verbeteren. Mijn psycholoog heeft mij een hele wijze les geleerd:

MIJN BEST DOEN IS IETS ANDERS DAN ALTIJD DE BESTE MOETEN ZIJN

Met andere woorden: als je je beste best gedaan hebt is dat het beste wat je eruit hebt kunnen halen. Bij het maken van Olle heb ik mijn uiterste best gedaan. Met de wijze les in mijn achterhoofd verander ik niets meer aan Olle. Hij mag er zijn zoals hij is. Olle is mijn therapiebeer die me aan de wijze les zal blijven herinneren en heeft een speciale plek in mijn hart en huis gekregen.